Onlangs werd door de Eems Dollard Regio (EDR) in het stadhuis van Leer een Nederlands-Duitse conferentie georganiseerd over “Ondermijning”.

In totaal waren meer dan 70 Nederlandse en Duitse deelnemers uit overheidsinstanties en  rechtshandhaving aanwezig om te praten over de bestrijding en preventie van deze vorm van criminaliteit. ‘Ondermijning’ is de term die in Nederland wordt gebruikt voor criminaliteit die plaatsvindt onder het mom van legale bedrijven en diensten. In Nederland zijn de afgelopen jaren steeds meer structuren op het gebied van 'infiltratie' criminaliteit blootgelegd.

Wouter van Ginkel van het Regionaal Informatie en Expertisecentrum Noord-Nederland (RIEC): “Voor criminelen zijn de grenzen relatief gemakkelijk over te steken, maar voor autoriteiten zijn er vaak grote barrières. Elk land heeft zijn eigen wetgeving en er zijn verschillen in bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Dit ontslaat ons echter niet van de verantwoordelijkheid om gezamenlijk en grensoverschrijdend op te treden.”

Ook Michael Maßmann - de voorzitter van de politiedirectie van Osnabrück - ging hier op in: “We moeten oppassen dat onze maatschappij niet geïnfiltreerd wordt door criminele structuren. Daarom hebben we nog nauwere grensoverschrijdende netwerken tussen alle partijen nodig.” Samen met hoofdofficier van justitie Bernard Südbeck (Openbaar Ministerie Osnabrück) gaf hij een presentatie met voorbeelden van georganiseerde misdaad, ook van “ondermijning”.

Hierbij gaat het vaak vormen van zakendoen waarin contant geld nog steeds een grote rol speelt. “We  weten heel goed dat de meerderheid van de ondernemers eerlijk is. Maar het aantal shisha bars en kapperszaken is aanzienlijk toegenomen. De legale bedrijven bieden mogelijkheden om crimineel geld wit te wassen,” aldus Maßmann en Südbeck.

Georganiseerde misdaad en “infiltratie” criminaliteit vinden steeds vaker plaats op het platteland. Hier bieden de dunbevolkte gebieden goede mogelijkheden om illegale activiteiten te verbergen – bijvoorbeeld in opslagfaciliteiten op het platteland. Bernard Südbeck toonde met cijfers aan dat de grensoverschrijdende samenwerking nu al zijn vruchten afwerpt: “Het aantal plofkraken op geldautomaten is in onze regio met 45 procent gedaald. Dit is het resultaat van de goede samenwerking met Nederland.”