Er zijn van die dagen waarop je goed ingepakt de kou wilt trotseren om een stevige wandeling te maken. Om – ook op een winterdag – lekker door de mooie natuur te struinen. Zoals je als kind met vriendjes en vriendinnetjes op pad was: door de modder ‘smoksend’ en over prikkeldraad springend. Kortom: wandelen zoals het moet zijn!

Waarom moeilijk doen met het uitzetten en lopen van gemarkeerde wandelroutes, als de ultieme route tussen Nederland en Duitsland allang voor je klaar ligt? En waar ervaar je de grens beter dan op de plekken waar beide landen elkaar ‘raken’? Deze vragen waren in 2003 uitgangspunt voor drie wandelfanaten bij de start van hun project: de grenslijn van Nederland met Duitsland bewandelen, van Dollard tot Vaals.

Zij ontdekten al wandelend dat je op deze bijzondere routes een soort ultiem grensgevoel ervaart, door de soms in het landschap goed zichtbare scheidingen die een botsing van twee culturen symboliseren. Mits je de natuur, landerijen en eigendommen respecteert, is wandelen langs de grens toegestaan. De grenswandelaars hebben tijdens hun tochten nooit vervelende ervaringen gehad. Verrassende ontmoetingen wel!

Omdat deze grenswandelroutes in geen enkel boekje staan, is het belangrijk je voor te bereiden. Zorg voor een gedetailleerde kaart, zodat je je tijdens de tocht goed kunt oriënteren. Heel handig om te gebruiken zijn schermafdrukken van Google Maps. Als je besluit te gaan grenswandelen, moet je wel van een uitdaging houden en een beetje avontuurlijk zijn. Ook niet bang zijn voor een krasje, een schrammetje, een gescheurde broek of een natte voet. Verder moet je geen problemen hebben met prikkeldraad, waakhonden, brandnetels en ongebaande paden. En verwacht niet dat je onderweg picknicktafels of horecagelegenheden tegenkomt. Die vind je wel verderop, bijvoorbeeld in Aalten of Bocholt. Zo kun je na afloop van je tocht genieten van een welverdiende versnapering of maaltijd. Je enige houvast is de nummering van de grenspalen en je gezonde verstand als je die ‘breuklijn’ in het landschap wilt volgen. Modern spoorzoeken dus.

Het is handig om met minimaal twee personen te ‘grenswandelen’ en twee auto’s te gebruiken. Althans, zo organiseren de grenswandelaars hun tochten. Kies een stuk grens van ongeveer 10 à 12 kilometer uit en zoek twee plekken waar je redelijk gemakkelijk met de auto kunt komen. Omdat de route linea recta gaat en je dus niet naar het beginpunt terugwandelt, parkeer je één auto alvast bij het eindpunt. Vervolgens rij je met de andere auto naar het startpunt. Deze auto haal je later op de dag weer op.
Er zijn natuurlijk meer mogelijkheden denkbaar. Als je een tocht verder van huis uitzoekt, kunt je ook gebruikmaken van openbaar vervoer of een taxi. Al met al ben je – inclusief vervoer – wel een dag onderweg. Een rugtas met inhoud is dus niet overbodig. Goed schoeisel spreekt ook voor zich. En… neem vooral een camera mee. Daar zul je echt geen spijt van krijgen, want je komt op de mooiste plekjes. Thuis, bij de open haard, kun je dan je grensbeleving nog eens overdoen. Met andere woorden: waar wacht je op? Prik een datum en trek je stoute (wandel)schoenen aan! Veel plezier!

Deze route is er een van vele. De routes zijn via www.grenswandelen.nl te vinden. Het kaartmateriaal is te zien op www.afstandmeten.nl, trefwoord ‘grenswandelen’.

(Bron: GrenzenLos Magazine met dank aan grenswandelaar Martin Willems voor beeld en tekst, beeld: Theo Sessink en uit De Groene Grens, van H. Hendricks en H. Dirxks (ISBN 90 6523 078 5)